donderdag 17 maart 2011

Joker + en Lotto presentatrice Sophie Dewaele over haar depressie na de geboorte van tweeling Fran en Simon

Joker + en Lotto presentatrice Sophie Dewaele over haar depressie na de geboorte van tweeling Fran en Simon.
,,Wanhopig was ik op geen enkel moment. Maar er zijn wel veel ogenblikken geweest waarop ik echt naar rust snakte. Momenten waarop ik me afvroeg wanneer het nu allemaal eens zou ophouden. Vandaag besef ik dat ik er me niet over hoef te schamen dat ik na de geboorte van mijn tweeling gecrasht ben en even in de psychiatrie belandde."
,,Ik ben een gelukkige vrouw, en er zijn mensen die het veel harder te verduren hebben dan ik. En vooral: ik zie mijn tweeling doodgraag.’’ Sophie Dewaele kan weer lachen, na een postnatale depressie.
Op 16 augustus 2002, om 7.07 uur, schonk Sophie Dewaele (37) het leven aan een dochtertje Fran. Drie minuten later kwam broertje Simon ter wereld met een keizersnede en een aantal weken te vroeg. Fran woog 2.090 gram, Simon 1.905 gram. Fran was 43 centimeter lang, Simon 41 centimeter.
 
Sophie Dewaele kon haar pasgeboren tweeling niet in de armen sluiten, want Fran en Simon moesten onmiddellijk naar de couveuse, en later naar een verwarmd kamertje voor prematuurtjes. De eerste dagen moest Sophie zich tevreden stellen met digitale foto’s die haar man, Erik Strieleman (53), had genomen. Pas een paar dagen later kon ze, in een rolstoel, herstellend van haar keizersnede, Fran en Simon in levende lijve gaan bekijken.
In je boek Alles in het dubbel, verdrinken in het moederschap , schrijf je dat die eerste confrontatie ‘bevreemdend’ was. Op zijn minst een eigenaardige omschrijving over je eerste ontmoeting met je kinderen.
Sophie Dewaele: ,,Je hoort altijd dat het moederschap je overvalt. Bij mij was dat duidelijk niet het geval. Door de keizersnede kon ik het bed niet uit, en doordat de tweeling in een afzonderlijke warme kamer moest, zag ik ze de eerste dagen niet. Toen ik ze dan toch zag, wist ik wel dat het echt mijn kinderen waren, maar ik had ze de afgelopen dagen nog niet in mijn armen kunnen sluiten. Het moesten mijn kinderen nog worden. Dat was inderdaad bevreemdend.’’
Kinderen tien keer in spoedafdeling
Je kon je kinderen ook niet meenemen naar huis, omdat ze nog sukkelden met hun gezondheid. Hoe zwaar woog dat?
Sophie Dewaele: ,,Als je zoiets rationeel bekijkt, dan weet je dat je je niet moet aanstellen over zoiets. Je stapt gewoon in je auto, je rijdt naar de kliniek, en je bent bij je kinderen. Je weet dat ze daar de beste zorgen krijgen. Maar emotioneel heb je je daarover natuurlijk een heel ander, veel romantischer beeld over gevormd. Je verwacht niet dat je samen met je man, zonder kinderen, moeizaam strompelend het ziekenhuis zal verlaten. Dat wringt wel ja.’’
Je kinderen belandden zo’n tiental keer terug op de spoedafdeling. Vaak moest je één van hen of beiden ook achterlaten. Rotavirus, adenovirus, urineweginfectie, bloedarmoede, botinfectie, ooginfectie, longontsteking, en dan is het lijstje nog onvolledig. Niet te verwonderen dat je tegen de vlakte ging.
Sophie Dewaele: ,,Ik was inderdaad veel te diep gegaan. De borstvoeding lukte nauwelijks, maar ik wilde toch doorzetten, omdat het voor de baby’s het beste was. Zeven voedingen per dag aan twee kinderen die zo vaak ziek waren, tel maar uit. Ach, er liep altijd wel iets fout. Je wordt onzeker, je vraagt je permanent af wat je toch verkeerd doet. Ik raakte ook fysiek uitgeput. Soms kwamen Erik en ik pas ’s avonds aan ontbijten toe. Op een bepaald moment ben ik echt tegen de vlakte gegaan en moest ik opgenomen worden in de afdeling psychiatrie van de kliniek waar ook mijn kinderen geboren waren en verbleven.’’
Na een eerste verblijf in de afdeling psychiatrie kwam je op eigen beslissing vervroegd naar huis. Je keerde noodgedwongen terug naar de psychiatrie, om daarna een dubbel leven te leiden: overdag schonk je het bezoek taart en koffie, en nadat ze het huis uit waren, ging je naar de kliniek overnachten. De buitenwereld mocht het niet weten?
Sophie Dewaele: ,,Nu denk ik daar natuurlijk heel anders over. Maar op het moment van de opname voel je schaamte. Wat gaan de mensen van mij denken? Wat kom ik in een psychiatrische afdeling doen, vroeg ik me toen af. Nu weet ik maar al te best dat ik daar toen op mijn plaats was. Die mensen daar hebben me geholpen. Nu kan ik daar over praten en schrijven. Maar niet op het moment dat ik er volop in zat. Ik had toen maar één doel: uit het dal raken. Niemand hoefde zich daar verder mee te moeien.’’
Aan wie had je al die tijd de meeste steun?
Sophie Dewaele: ,,Aan Erik. Erik heeft me gered. Mijn verhaal bestaat niet zonder hem. Zonder hem was ik helemaal verdronken. Fysiek heeft Erik evenveel afgezien als ik. Maar hij kon er mentaal beter afstand van nemen. Hij kon het beter plaatsen. Dat komt omdat hij rustiger is, ouder ook, en al veel heeft meegemaakt. Ik ben nog een jonge en onervaren vrouw. Erik was op dat moment echt onmisbaar. Nu nog trouwens. Hij heeft het allemaal moeten verdragen. Als ook hij de pedalen verloren was, dan was het circus hier wel helemaal compleet geweest.’’
In je boek breng je relaas van alle verwikkelingen die je voor de geboorte, en de eerste twee jaar na de geboorte, moest ondervinden. Eén zin sprong me daarbij in het oog: ,,Eigenlijk was Simon sinds zijn geboorte nog niet opgehouden met huilen.’’ Het was toen half oktober, drie maand na de geboorte. Geen wonder dat je brak.
Sophie Dewaele: ,,In mijn perceptie was het ook alsof het babygehuil nooit ophield. Terwijl dat kind natuurlijk wel af en toe sliep. Het kind had daar trouwens geen enkele schuld aan natuurlijk.’’
Je man en een bevriende psychiater stelden je voor om alleen te gaan wonen. Dat moet hard aangekomen zijn.
Sophie Dewaele: ,,Erik en zijn vriend beseften dat ik uit dat dal moest. Ze besloten het hard te spelen tegenover mij. Ze stelden mij voor de keuze. Achteraf heeft Erik me gerustgesteld dat hij natuurlijk niet echt wilde dat ik alleen ging wonen. Maar ze gaven me wel het duwtje dat ik nodig had om uit het dal te raken.’’
Je leidde een dubbel leven: overdag thuis, ’s nachts naar de afdeling psychiatrie. Heeft het feit dat je bekend bent ermee te maken dat je alles wou verbergen voor de buitenwereld?
Sophie Dewaele: ,,Misschien. Op dat moment. Eigenlijk had ik het toen aan zoveel mensen willen zeggen, maar ik kon het gewoon niet. Pas later, toen het allemaal beter was, kon ik het wel. En makkelijk zelfs. Daarom heb ik mijn verhaal in een boek neergeschreven. Ook anderen zullen er wel iets aan hebben. Zelfs moeders die geen postnatale depressie hadden. In elke straat zal wel een moeder wonen die het na de geboorte van haar kind lastig had. Ik wil ook geen medelijden, want ik besef dat er mensen zijn die het nog veel moeilijker hebben dan ik.’’
Zie je jouw kinderen nu nog liever, nu ze er helemaal door zijn, na al wat je meemaakte?
Sophie Dewaele: ,,Ik heb ze altijd heel graag gezien, en ik zal ze altijd heel graag zien.